Op zondagochtend stond ik in de ontbijtkamer met een portie flinke verse wallen onder mijn ogen de gasten te ontvangen. De avond ervoor was er een groot feest geweest in de buurt en een deel van de 140 gasten had bij ons geslapen.
Nu had ik die wallen niet van het feest, ik was daar niet eens geweest.
De deur werd geopend door een zachtaardige vrouw die ons met diepe spijt in haar ogen aankeek. “Ik schaam me toch zo voor wat er vannacht is gebeurd….. Ik dacht dat het een lichtschakelaar was.”
Dat loste in 1 klap het mysterie van de nacht op.
Die avond ervoor waren we eens een keer op tijd naar bed gegaan. Alle gasten waren nog op het feest en dat kon best laat worden.
Om 23.45 uur werden we wakker van een vaag geluid van beneden. Slaperig kleedde ik me aan en liep naar de trap: daar kon ik een alarm horen….het was het brandalarm! Eveline kwam achter me aan en we liepen naar de hal waar de apparatuur hing. Zo’n slordige 180 decibel aan sirene deed me naar adem happen. Verwarde gasten stonden in de hal. Het gaf een surrealistische aanblik: een groep vijftigers in jaren zestig en zeventig kleding, vredestekens op dikker wordende buiken, zonnebrillen die me nietszeggend aankeken en pruiken met haarbanden. Ik probeerde iets geruststellends te zeggen, maar kwam niet boven het lawaai uit. Ik besloot eerst alle stroom uit te schakelen. Dat hielp: ik stond in het pikkedonker te luisteren naar het lawaai……
We wisten dat we een code in moesten voeren om het apparaat tot zwijgen te krijgen. Maar waar lag die code….. Het hele kantoor werd overhoop gehaald…. Een van de gasten had een ander idee: de kast demonteren en de draden loshalen. Slecht idee….slecht idee, ik moet morgen ook verder met die kast. Zie het maar weer eens in elkaar te krijgen. In de papieren stond geen code, maar wel een service nummer. We waren al ruim drie kwartier verder en mijn oren begonnen al aardig zeer te doen. Het servicenummer vertelde ons dat we werden doorgeschakeld naar een collega. En na ruim vijf minuten krakerige en blikkerige muziek werd de verbinding verbroken. Daar sta je dan in je Bed and Breakfast vol met verklede oud hippies…. Ik vluchtte de garage in, greep naar een stel schroevendraaiers en begon met klamme handen de kast open te draaien. Ik schroefde het voorpaneel eraf, trok er twee accu’s uit in de hoop te kunnen gaan genieten van wat rust. Het was inmiddels 01.00 uur. De sirene bleef maar doorgaan. Ik opende het volgende paneel en er viel een plastic bordje uit. In de gauwigheid zag ik de woorden “code” staan. Ahhhhhh…..de codes. Eveline toetste een code in en toen werd het even oorverdovend stil. Toen begon het apparaat te piepen: of ik de accu’s even wilde terugdoen. Maar door de snelheid van demonteren had ik natuurlijk niet gekeken hoe de bedrading liep. Toen stond het technische vernuft van Eveline in haar op. Met precieze nauwkeurigheid koppelde zij de accu’s met de draden aan elkaar terwijl ik als een sul de zaklamp voor haar stilhield. Eef drukte een code in en toen was het stil in huis……doodstil.
Om 01.45 uur deden we het licht uit en probeerden weer in slaap te komen.
In de ontbijtkamer keek ik de aardige vrouw niet begrijpend aan. “Ik dacht gisteren op een lichtschakelaar te duwen, maar het was dat alarm. Sorry hoor……”
Later op de ochtend wilde ik kijken of het glaasje van het kastje niet gebroken was. Maar ik kon het niet zien. Er lag een plastic sleuteltje op het kastje. Daarmee kon je vast dat kastje openen.
Ik duwde de sleutel erin en…….moest keihard naar beneden rennen om de code in te voeren om voor de tweede keer het alarm uit te zetten.
Gepubliceerd op 8 september 2008