De titel doet misschien vermoeden dat ik de wijsheid in pacht heb hoe je hier moet verbouwen of dat het aangeeft in welk tijdbestek je verbouwd. Dat is in het geheel niet het geval….
De bedoeling was dat we “even” de badkamer zouden verbouwen. Vanuit Roosendaal hadden we een bad voor de jongens mee genomen. Kleine jongens willen nu eenmaal graag een bad.
Vol goede moed begonnen loodgieter Louis en ik aan de klus. De badkamer zou een wat andere indeling krijgen en het bad zou geplaatst worden op de plaats waar de douche stond. Simpel toch? Op de dag van het slopen stond Louis, zoals altijd, netjes op tijd op de stoep. Hij zou tijdens het slopen even meekijken. Maar hier in Wallonië bestaat het woord “even” helemaal niet. Ja, in het woordenboek staat bij “even” de woorden “un instant”. Alleen doen de Walen daar helemaal niets mee. “Even” duurt hier altijd heel lang. “Even” is hier voor Nederlanders een ramp. “Even dit doen, even dat doen…”, vergeet het maar.
Voordat ik van de schrik bekomen was, keek ik door een groot gat in de vloer naar beneden, had mijn badkamer twee ingangen en was het een grote puinhoop op de overloop. Achter de douchewand stond een oud muurtje, inclusief venster. Louis wilde weten wat er precies onder de douchevloer zat, dus die moest eruit. Daarbij ontdekte we twee balken, die volledig versierd waren met rottende paddestoelen en andere vage schimmels, dus die moesten er ook uit. Maar dan moest er wel eerste een gat gehakt worden in het plafond op de begane grond. De verticale wand bij de wasbak stond schots en scheef, dus die moest er ook uit.
En al die tijd bleef ik lachen, want onder de vakkundige leiding van Louis had ik er alle vertrouwen in dat het goed zou komen. We legden samen een nieuwe vloer, zetten samen nieuwe wanden en trokken nieuwe electra bedrading. Verbouwen heb ik altijd als zeer stressvol ervaren. Maar nu was het een feest. Het was leuk om troep te maken, creatief bezig te zijn. Het was leuk om zes keer op en neer te rijden naar bouwmarkten en te zien dat ze daar voorraden gewoon niet aanvullen. Wil je iets hebben: dan moet je bestellen. Dan kun je het een week later ophalen en heb je lekker een weekje rust! Maar ja: zo werkt dat niet bij Nederlanders, die bellen net zo lang rond tot ze hebben wat ze nodig hebben.
Werken met Louis heeft ook nadelen hoor. Louis is een grote muziekliefhebber, maar tijdens het werken wil hij absolute stilte. Praten is okee, maar geen muziek. Dat leidt hem af. Dit levert dan wel weer leuke situaties op. Vanuit het niets hoor je Louis ineens mompelen: dat gaat niet, ai-ai-ai, wat een ramp. Zomaar drie uitspraken van een waalse loodgieter, die geconfronteerd wordt met de nukken van een oud huis. Na een week of twee Louis over de vloer gehad te hebben, hebben we besloten om ons huis dan maar “Maison Catastrophe” te noemen. Op die manier weet Louis voortaan meteen wie hem belt. Van de andere kant zou je ook kunnen zeggen dat ons oude huis een zwaar beroep doet op de kennis van Louis.
Je moet trouwens al helemaal niet bij hem aankomen met Nederlandse spullen. Die zijn altijd slecht, volgende onze plombier. Altijd? Ja, altijd. Er deugt van de Ollandse klusspullen helemaal niets. Het gaat binnen een jaar kapot, aansluitingen kloppen niet en het werkt gewoon niet. Zo zegt Louis…..
Het bad staat, de douche werkt. Ook de wc en de wasbak zijn operationeel. Maar dan heb je het ook wel gehad. Verbouwen vereist een goed planning. Wat ga je eerst doen, waar plaats je wat en hoe ga je afwerken?
Die planning ontbrak bij ons grotendeels. Noem het maar een beginnersfout…
Daarnaast besloten we om tegelijkertijd de Griekse kamer geheel te verbouwen. Ik zit dus nu met een badkamer die driekwart klaar is. Het is de afwerking hè….. Dat moet nog gebeuren. En dat gaat wel “even” duren, vrees ik. Want op dit moment zijn we dus bezig in de Griekse kamer. En daar gaat zeker ook een verhaal over komen!
Gepubliceerd op 18 januari 2009