Eind december is er een kleindochter geboren van onze overbuurvrouw Mimi. Deze buurvrouw, bij wie ik elke week de verse eieren ga halen, is een schat van een mens. Van oorsprong Vlaamse, maar woont hier al 43 jaar en dus perfect geïntegreerd. En perfect tweetalig. Van haar leer ik veel. Over het dorp, haar inwoners, de gewoontes en zoveel meer wat nog belangrijk is om te weten als je hier nieuw binnen komt vallen. Ze heeft drie kinderen en 5 kleinkinderen, die allemaal in de buurt wonen. Een van de kleinkinderen zit bij Tom in de klas en in dat gezin is afgelopen december een meisje geboren.
Vorige week zondag was de doopplechtigheid in de kerk. Dat vertelde Mimi mij een dag van tevoren. De hele familie was in touw vanwege alle voorbereidingen en de opgewonden spanning was duidelijk voelbaar toen ik op zaterdag de eieren kwam halen. Mimi vroeg of ik toevallig zondag wat te doen had, en of ik het leuk vond de doop bij te wonen. Voor de kinderen zou het ook interessant zijn. Mimi legde uit dat het plaatselijke gebruik hier wil dat de peter na afloop van de mis buiten wat centen rondstrooit voor de kinderen, ter verhoging van de feestvreugde.
Tom had al iets anders afgesproken met zijn vader (IJzer zoeken in het bos! BK) en dus zaten Ben en ik zondagochtend in de kerk. Ik schrok toen de mis begon. Niet vanwege het Poolse accent van de pastor, dat ben ik ondertussen al gewend. Ik schrok omdat ik ontdekte, toen ik eens goed rondkeek, dat ik beland was in een intieme familiale aangelegenheid. De kerk bleek niet, zoals ik van tevoren dacht, vol te zitten met dorpsgenoten, belangrijke figuren uit het dorp en meer belangstellenden. Er was alleen een handjevol familieleden…..en Ben en ik. Waarom was ik uitgenodigd? Vanwaar deze eer? Ik legde de vraag maar snel naast me neer en concentreerde me op de Franse teksten uit het boekje. De hele plechtigheid heb ik verder met volle teugen zitten genieten van de warmte, de saamhorigheid en de liefde voor elkaar die deze familie uitstraalt. En waar ik me eerst nog teveel voelde als buitenstaander in dit intieme gebeuren, voelde ik me gaandeweg opgenomen in deze sfeer. Ik was echt van harte welkom tussen deze mensen, die ik nog niet zo goed ken, maar voor de helft versta en soms nog minder begrijp. Dat raakte me, recht in mijn hart.
Na afloop werd het dan ook voor Ben interessant. Voordat we vertrokken naar de kerk had hij voorgesteld om een bakje mee te nemen voor alle centjes. Om alle schijn van inhaligheid te vermijden mocht hij dat niet van mij en gaf ik hem het advies de centjes die hij zou vangen maar in zijn broekzak te stoppen. Maar nu stonden de neefjes en nichtjes opgewonden klaar op het pad voor de kerk met zakjes en bakjes, dus kennelijk had Ben het toch beter ingeschat dan ik. De peter, een oom van buiten het dorp, had een indrukwekkende hoeveelheid kleingeld in zijn handen en begon dat her en der rond te strooien, onder luide aanmoedigingen van de volwassenen die eromheen stonden. Ben dreigde steeds mis te grijpen, maar dat had de familie feilloos in de gaten en ze zorgden ervoor, dat ook Ben niets tekort kwam.
Uiteindelijk was alles op en namen we afscheid van iedereen. Ik had mijn eerste doop meegemaakt en voelde me zelf de dopeling, opgenomen tussen deze mensen voor wie naastenliefde zo vanzelfsprekend is. Ben en ik huppelden samen naar huis.
Gepubliceerd op 31 maart 2009