Vloeiend Frans komt er bij mij nog niet uit. In tegenstelling tot Eveline, die twee jaar lang Franse les volgde, heb ik me niet zo bezig gehouden met die taal. “Dat komt wel goed.”, heb ik steeds gedacht.
En op zich komt dat ook wel goed. Ik kan een aardig gesprek voeren en in bijvoorbeeld winkels red ik me prima .
Dankzij Louis de loodgieter leer ik een hoop bij. Louis is hier regelmatig om wat leidingen te vervangen en andere klusjes, waar ik me nog niet mee wil/kan bezighouden. Ik heb met Louis, die redelijk Nederlands spreekt, afgesproken dat we alleen in het Frans communiceren.
Hij vindt dat prima en corrigeert me regelmatig op mijn taal. Hij heeft me ook een tip gegeven: jij moet je kinderen geen Frans leren, want dan wordt het helemaal niks.
Een tip die ik ter harte genomen heb. Louis bedoelt dat overigens helemaal niet rot ofzo. Hij vertelde me ook dat ik er niet van moe staan te kijken dat ik met mijn potjes-Frans uitgelachen wordt bij de Walen. “Ze bedoelen dat niet slecht, maar ze zien er de humor wel van in.”
Dat is mooi: niets leuker dan mensen laten lachen….. Daarbij: laat de Walen ook maar eens Vlaams leren spreken. (U hoort het: er is toch een licht gepikeerde ondertoon bij de schrijver te bespeuren.)
Met Louis spreek ik dus veel Frans en leer daar veel van bij. Een hele tijd geleden stond Louis bij mijn vijver te kijken en bood spontaan wat vissen uit zijn vijver aan, zodat er iets meer leven in zou komen.
Na enkele weken stond Louis hier weer voor een klus op de stoep. Tijdens een bak koffie, wees hij naar de vijver en vroeg naar de vissen. Ik dacht dat ik zei: “Ja, de vissen zitten in de vijver.” Aan de reactie van Louis, hij keek eerst mij en daarna Eveline stomverbaasd aan, begreep ik dat ik iets verkeerd had gezegd. Louis schudde zijn hoofd, zette zijn mok neer en liep terug naar binnen. Wat had ik nu gezegd? In plaats van vissen, had ik perziken gezegd.
”Ja, de perziken zitten in de vijver.”
Ach wat….
Gepubliceerd op 4 mei 2009