Het moest er toch eens van komen. De eerste keer naar een tandarts in Wallonië.
Ik ben helemaal geen held bij de tandarts. Nooit geweest ook. Ik vond het altijd vreselijk als het weer tijd werd voor de controle-afspraak en ging dan met lood in de schoenen mijn geweten achterna. Gelukkig voor mijn gebit heb ik een sterk ontwikkeld geweten, anders had ik steeds wel weer iets anders bedacht om af te zeggen.
Sinds we kinderen hebben ligt het allemaal iets anders. Ineens voel ik me verantwoordelijk voor het gebit van mijn kroost en zorg steeds dat we keurig na iedere 6 maanden weer bij de tandarts op de stoep staan. Dat ging tenminste zo in Nederland.
Nu we in Wallonie wonen heb ik lang mijn geweten weten te overwinnen en kwam het er maar niet van om een afspraak te maken. In Nederland was het dan wel niet leuk, je wist tenminste waar je aan toe was, kende de geuren en kon je gevat onder vervelende vragen (flos je wel iedere dag?) uitdraaien. Nu wist ik niet wat me te wachten stond, zou het in het Frans gaan en voelde ik me aan de Goden overgeleverd. Maar na een klein jaar van argumenten als “ik heb het te druk”, “ik heb nog geen goeie gevonden”, “een keer per jaar is ook wel genoeg” groeide mijn tandsteen zover aan dat het er toch maar van moest komen. En zeker voor de kinderen, want goede tandzorg is belangrijk!
We zouden met zijn vieren gaan, maar Ben werd ’s morgens wakker met koorts, dus uiteindelijk ging ik samen met Tom, Bob achterlatend met gemengde gevoelens van opluchting en stress (hij zou nog een andere keer moeten, zonder mij).
Enfin, de tandarts was een vrouw, gevestigd in een oud karakteristiek pand in Erezee. De praktijkruimte was de voormalige keuken, met het tandartsgereedschap op het aanrecht en de stoel in het midden. Geen skyradio of TV’s om je op te concentreren, maar wel een schitterend uitzicht op de vallei en omliggende heuvels.
Ik stapte dertig jaar terug in de tijd. Tom babbelde er vrolijk op los in het Frans terwijl ik het geheel in me opnam. Geen assistente, een klein, rommelig bureautje in de deuropening voor de administratie, geen latex handschoenen en oud materieel. Het meest intrigerend was een grote plastic box met klep aan de bovenkant die op het aanrecht stond. Was dat een terrarium? Een kwekerijtje? Ik had geen idee.
En wat was tandsteen eigenlijk in het Frans? Stom, woordenboek vergeten mee te nemen.
De tandarts was heel vriendelijk, begon met Tom en leek wel te weten waar ze het over had. Althans, ze noemde precies dezelfde dingen over zijn gebit als onze tandarts in Nederland altijd deed. Na Tom was ik aan de beurt, concentreerde me volledig op een dorp aan de overkant van het dal (was dat nou Mormont of Fanzel?) en was klaar voor ik het wist.Wanneer was de laatste controle geweest, vroeg ze belangstellend. Schoorvoetend, met alle excuses erbij, kwam eruit dat dat toch ruim een jaar geleden was. Nou, dan deden we het keurig, zei ze, want hier kwamen velen maar zelden of nooit op controle. Vandaar al die slechte gebitten hier in de regio dus, dacht ik.
Voor we weg gingen vroeg Tom nog waar die plastic box voor was, die was hem dus kennelijk ook opgevallen. De tandarts maakte de klep open en haalde er een rontgenfoto uit. Kijk, dit is de donkere kamer voor het ontwikkelen van de rontgenfoto’s!
Licht als een veertje reden we terug naar huis. Wat kan het leven toch simpel zijn, zelfs een bezoek aan de tandarts!
Gepubliceerd op 20 juni 2009