Eindelijk was het gestopt met regenen en kon de klus beginnen.
Net als vorig jaar hingen er trossen vol rijpe blauwe druiven aan de achtergevel van het huis en lachten er tientallen appeltjes vanuit het boompje in de tuin me al weken toe. Sinds we hier wonen, of eigenlijk al een beetje daarvoor, heb ik er lol in om zelf jam te maken. Dat is begonnen met bramenjam, en uitgebreid naar jam van aalbessen, frambozen, vlierbessen, bosbessen, aardbeien en dus ook appelen en druiven sinds we hier wonen.
Sinds dit voorjaar heb ik me ook toegelegd op het maken van vlierbloesemsiroop en -likeur en zelfs dennenhoning, maar dit terzijde.
Nu was het tijd voor appel-druiven-vlierbessenjam, oftewel confiture Bo Temps.
Al een paar weken zat ik uit te kijken naar het geschikte moment om te gaan oogsten. Maar steeds als ik tijd had regende het. Tot een zonnige maandagmiddag twee weken terug. Met goede zin begon ik aan de klus en twee uur later had ik een kruiwagen vol appels en twee emmers vol druiven. Twee emmers? Vorig jaar had ik er toch maar een? Hoeveel jam ga ik dan maken? De zon ging al bijna onder en druk rekenend bracht ik mijn oogst binnen. In een verhouding 1:1 en per kilo fruit een kilo suiker, hoeveel liter jam levert dit me dan op?
Ik besloot het rekenwerk te laten en stortte me op het schoonmaken van de druiven en het schillen van de appels. Het was inmiddels dinsdagochtend en ik was al gauw naar de Spar gereden om daar de hele voorraad geleisuiker te plunderen. Ik had een slordige 14 kilo suiker…dat moest toch genoeg zijn? Met twee grote pannen op het vuur, een voor het uitkoken van de potjes en een voor de jam, zwaaide ik Bob uit die op pad ging voor veldonderzoek naar oorlogsbuit. Maar na een half uur kon hij alweer terug: het gas was op en er moesten nieuwe flessen gehaald worden in Manhay. Wat een timing!
Daarna begon een eindeloos proces van schillen, wassen, wegen, koken, tot ik alleen nog maar in termen van jam kon denken. Inmiddels was de verhouding al opgeschoven van 1:1 naar minimaal 2:1, want ik had zoveel druiven dat ik appels, suiker, vlierbessensap en potjes tekort zou gaan komen.
Eindelijk, in het begin van de avond, schonk ik dan de laatste liters jam in de potjes. Ik had in totaal 27 liter jam gemaakt, verdeeld over 71 potten en potjes en ik had geen rug meer over.
Die nacht droomde ik over karrevrachten druiven, kruiwagens vol appels en boodschappenwagentjes vol geleisuiker.
Woensdagochtend gingen de etiketten erop en konden de eerste potjes in mijn ‘winkeltje’. De gasten konden weer elke ochtend proeven van de huisgemaakte jam en ik verkocht na het eerste weekend de eerste 2 potjes.
Wat een werk, maar wat een voldoening! Of, zoals een van de gasten het treffend zei: al het moois dat jij hier uit de natuur ontvangt geef je op deze manier weer door aan je gasten.
En zo is het maar net!
30 oktober 2009