Het was vrijdagmiddag, half zes, er zou een hele Vlaamse familie aankomen die die avond ook bij ons zou dineren, dus de pannen stonden al te pruttelen op het fornuis toen het belletje ging. ‘Daar zul je ze hebben’ dacht ik en liep de B&B in om ze te verwelkomen. Er stond alleen een kleine dame binnen en het eerste moment dacht ik dat het de oma van de familie was, dus enthousiast begroette ik haar in het Nederlands. “Parlez-vous Français?” vroeg ze beleefd en in een split second gingen mijn hersenen van ‘het waren toch Vlamingen’ naar ‘is dit een overboeking?’
En ze vervolgde: “ik ben de dochter van de dokter, ik heb hier in dit huis gewoond”. Mijn hart stond even stil. Jarenlang hebben we geprobeerd om zoveel mogelijk geschiedenis van het huis boven water te krijgen. Dat vinden we leuk en vinden de gasten ook leuk om te horen. We wisten dat de eerste bewoner na de Slag om de Ardennen een dokter was geweest, dr. Goffin, en dat het hele dorp ons huis kent als ‘het huis van de dokter’.
Zo ontmoette Tom in Manhay een keer een oude man, die na een gezellig Frans babbeltje vroeg waar Tom woonde. Tom legde uit dat het het huis naast de kerk in Grandmenil was, waarop de man zei dat dat niet kon, want dat was het huis van de dokter en daar woonden nu Ollanders in.
Affijn, de dame in het halletje keek me aan terwijl ik, vol verbazing, vroeg of ze echt de dochter van dokter Goffin was. Ze bevestigde stellig, de dokter heeft hier van 1950 tot 1965 gewoond en zij is hier geboren in 1951. Ze ging dankbaar in op mijn uitnodiging om het huis te bekijken en toen was het haar beurt om van de ene verbazing in de andere te vallen. De ontbijtkamer (vroeger hun woonkamer) zag er nog precies zo uit, ze herkende de tegelvloer, en ook de salon (haar vroegere speelkamer) en de televisiekamer (spreekkamer van de dokter) riepen duidelijke herinneringen op. “Hier ben ik geboren” riep ze in de televisiekamer, “hier stond de behandeltafel en daar ben ik geboren”. In de Provencaalse kamer woonde de bediende/hulp/au pair die het huishouden deed en op dochterlief paste. De dokter had, zoals het een dorpsdokter betaamt, 24/7 dienst en kon elk moment weggeroepen worden. Overigens bleek een paar weken later, bij de kapper in Briscol, dat diezelfde nu 90-jarige ex-bediende nog elke zaterdag haar haar komt laten doen in Briscol.
Ook de tuin, het bordes en zelfs de loungehoek werden herkend, de dokter heeft het allemaal zelf aangelegd. Tot slot nam ik haar mee naar onze keuken, waar Bob en de kinderen inmiddels zaten te eten, zodat wij klaar zouden zijn als de gasten kwamen. “O jee!” riep ze verbaasd uit, “ook de keuken is niks veranderd, ik herken de kastjes en de tegeltjes aan de muur en op de vloer!”. Die kwam hard binnen. Ik weet dat we een oude keuken hebben, die hard aan vervanging toe is omdat alles zo ongeveer uit elkaar aan het vallen is, maar zó oud ?! Was anderzijds toch wel een kwaliteitskeuken dan, als ie al ruim 60 jaar meegaat.
Ik had graag nog veel meer aan haar willen vragen, maar het gastenbelletje ging opnieuw en dit keer waren het wel onze Vlaamse gasten, het halletje stond vol. Ik liet ons onverwachte bezoek uit met de vraag of ze nog eens terugkwam. Misschien, met haar dochter, zei ze en weg was ze. En terug in de rol van gastvrouw liet ik de gasten het pand zien zoals ik dat bij iedereen doe en heb er meteen maar bij verteld dat de dame, die zojuist het pand het verlaten, geboren is in de televisiekamer. Vinden de gasten leuk, iets over de geschiedenis van het huis.