94. Kak

94. Kak

Het huis zat mudjevol met een groep fietsers, die het hier uitstekend naar hun zin hadden.
Overdag werd er gefietst en ’s avonds schoven de heren aan voor een drie gangen diner, vergezeld van een flinke hoeveelheid Belgisch bier.
Op de tweede dag kwam er aan onze kant een verontrustende mededeling binnen: de douche van de Scandinavische kamer liep niet zo lekker door. Tegelijkertijd kwam een andere fietser melden dat het toilet niet soepel doortrok. Ik suste wat en zei dat ik er naar zou kijken, waarna de mannen weer vertrokken voor een plezierig fietstochtje.
Die rust was echter gespeeld. Een worst case scenario dook op: “Stop met persen!” schreeuwde ik naar vrouwlief, “we hebben een verstopping!”. Eveline keek mij meewarig aan. Persen? Verstopping?

Na wat gehannes met de afvoer, bleek dat we inderdaad een knaap van een verstopping hadden. En dat op zaterdag. Zie dan maar eens een ontstoppingsspecialist te vinden. Terwijl ik nog wat dingen uitprobeerde (lees: stond te prutsen), belde Eef wat strontboeren af. Uiteindelijk vond ze er een in de buurt van Sankt Vith, die bereid was om even de boel schoon te komen blazen. Dat zou tegen de avond kunnen. Eef maakte meteen een afspraak.
Aan het einde van de middag kwamen de heren fietsers terug en zij mochten zolang van ons privé toilet gebruik maken, wat natuurlijk een hele eer was. Men zit ten slotte niet iedere dag op het toilet van de gastheer en gastvrouw. Het geeft toch een band, in zo’n kleine ruimte.
Nou, een uurtje later kwamen vader en zoon Poepruimer aangereden met een pompe a merde. Ik dirigeerde de twee naar de garage en liet ze zien waar de entree tot het drekkige gangenstelsel was. Vrolijk gingen de heren aan het werk. Ik spoedde mij via de achterdeur nog even naar de sauna en sloot de klep van het toilet, het laatste station voor alles de septic tank in gaat. Je wist tenslotte maar nooit hoeveel kracht er op de leiding zou komen te staan.
De heren fietsers waren inmiddels aan tafel gegaan en stortten zich op een heerlijke rundstoofschotel, vergezeld met frietjes en een verse salade.
Een kwartiertje later zag ik een van de ontstoppingsheren voor het keukenraam staan roepen dat het allemaal goed kwam. Maar ondertussen stond hij lange rubberen handschoenen aan te trekken en spoedde hij zich haastig terug naar de strontcamion, waar ook zoon al van alles aan stond te trekken.
Ik voelde het bloed uit mijn gezicht wegtrekken. Het zal toch niet….
Ik haastte mij via de achterdeur terug naar de sauna, waar ik voorzichtig de deur opende.
Een ongelooflijk smerige lucht kwam mij tegemoet en onder de wc deur stroomde wat bruine drab. Ik opende de wc deur en het leek alsof er een handgranaat in een giertank was ontploft. De klep van de wc stond open en de stront zat zo ongeveer tegen het plafond. Ik stond ter plekke gewoon een beetje door de grond te zakken. In het hoekje van het toilet, zag ik vanuit mijn ooghoeken de dader van de verstopping liggen: een blauw zakje, met daarin waarschijnlijk een maandverbandje. Godnondejuu: In alle kamers hangt bij het toilet een bord dat…
“Het komt allemaal goed!” riep de ontstopper achter mij, “we maken het helemaal in orde! Gaat u nu maar terug naar uw gasten!”
Met hangende schouders liep ik terug de keuken in en waste langdurig mijn handen.
Maar het kwam goed. De heren maakte het toilet spik en span schoon. Eind goed al goed!
Dacht ik.

En de andere week? Stond ik met mijn boormachine de bovenkant van de afvoer open te boren, met naast mij een trekveer, handschoenen en een tuinslang, de volgende verstopping op te lossen. Wat had ik veel geleerd van die verstopping van vorige week. Vooraf had ik uiteraard een stoeptegel op de klep van de wc gelegd. Je weet tenslotte nooit hoeveel kracht er op zo’n leiding komt te staan.

Nawoord: dat was tevens de laatste verstopping die we hadden. (voorlopig dan)
Het verhaal van de verdwenen tegel bij de terrasdeuren vertel ik u een andere keer.

Een reactie plaatsen