Goed, in plaats van een verbouwing op te starten, werden we dus eerst verplicht een “nieuwe” auto te kopen, zoals Eveline al eerder vertelde. Het was vast een voorteken voor wat er komen ging.
We zaten in de periode van januari/ februari, normaal is dat onze rustperode. En van rust was geen sprake. De tussenmuur tussen de Toscanekamer en het toilet moest eruit. Vloeren moesten open, want we gingen de allerlaatste sanibroyeur (over hel gesproken…) eruit slopen. Leidingwerk moest vervangen worden, een extra toilet erbij, water aan en afvoer, etc. Kortom: dat werd even doorbikkelen. Met de vrienden Evert en Michel gingen we het eerste deel van de strijd aan met ons huis.
Terwijl Evert aan de gang ging met de ombouw van de nieuwe badkamer, ging ik vol goede moed aan de gang met de aanvoer van het water. En dat ging goed. Het eerste deel lag er zo in en dus even testen of de leidingen niet lekten. Terwijl ik het water zou opendraaien, zou Evert met walkie talkie aangeven of en waar er wat lekte.
Of er wat lekte? Nou, de aansluitingen naar de 4 andere leidingen stonden vol open en die konden alleen dicht met een schroevendraaier, die net op dat moment niet voorhanden was. Zo’n honderd liter water op de eerste verdieping verder, hadden we de 4 koppelingen dicht weten te krijgen. Gelukkig liep die honderd liter zo de garage in, die eronder ligt. Daarna bleken alle koppelingen te lekken en die waren met geen mogelijkheid lekvrij te krijgen. Om het werk niet te laten stagneren, besloot ik eerst alles verder aan te leggen. Toen dat gedaan was, hebben we toch maar even de loodgieter gebeld zodat we heel snel van dat lekkend gezeik af zouden zijn. Evert had inmiddels de ombouw van de nieuwe badkamer af, een deur en een scheidingswand voor de nieuwe wc geplaatst. Vriend Michel had inmiddels de elektra aangelegd en was met mij een huzarenstukje PVC leidingen aan het aanleggen. Toen dat klaar was, moesten we “even” checken of daar niets lekte. Eveline zou op etage twee alles even openzetten en ik zou met Michel kijken of ik ergens wat zag druppelen. Druppelen deed het niet, het was eerder een stortbui. En die stortbui bevond zich op een totaal ander deel dan ik verwachtte. Ik dacht toch echt dat we alle afvoeren hadden bekeken en getest. Maar nee, de afvoer van de wasbak en de douchebak van de Scandinavische kamer waren gescheiden en een verborgen afvoertje liep achter een andere leiding langs. Ik had gedacht dat die vanaf de Oosterse kamer kwam. Na wat dweilen verhielpen we het euvel. Ik voelde inmiddels een chronische hoofdpijn opkomen.
Evert en Michel werden na een paar dagen uitgezwaaid en we waren (en zijn) beiden eeuwig dankbaar voor de geboden diensten. Toch fijn als je mensen in huis hebt, die weten wat ze aan het doen zijn.
De andere dag gingen we tegelen. De wanden waren voorbehandeld en we hadden tegellijm van de Turkse tegelverkoper meegenomen.
What could possibly go wrong?
Na een dag tegelen bekeken we het resultaat en het zag er piekfijn uit. De andere ochtend klopte ik voorzichtig op de tegels, om te kijken of ze goed gehecht waren. Tweederde van de tegels bleek los te zitten. We hadden de verkeerde voorlijm gebruikt. Maar ook met de goede primer kwam een deel toch nog los. En zelfs een derde keer kwamen er nog los. De klusmoed begon mij aardig in de schoenen te zakken. Maar ophouden was geen optie. Het was de bedoeling dat de Afrikaanse kamer een fantastisch Keniaans uiterlijk kreeg en er niet als een of andere achterafkamer in een sloppenwijk uit kwam te zien.
Hier was een constante wet van Murphy aan de gang: als er iets mis gaat dan gaat alles mis. Ik voelde een sterke vijandigheid van het huis naar onze kluswensen. Maar we moesten door. Even huilen met de dekens over je hoofd gaat niet. “De pleuris ermee en op naar de volgende klus!”, riep ik valselijk iedere ochtend.
Gezien de tijd besloten we de douchecabine maar te laten installeren door het loodgietersbedrijf. Dat scheelde vast heel veel Wet van Murphy! Ter plaatse bood de beste man aan om even door te pakken en de wc ook aan te sluiten. Prima plan. Konden wij aan de slag met het verven van de kamer zelf. Al snel bleek de complete stuclaag van een deel van de buitenmuur los te zitten. Na wat hak en breekwerk, bleek de beste optie dus maar compleet nieuw stucwerk aan te brengen. Terwijl Eef dat stond te doen, ontving ik van de postbode het canvasdoek voor ons nieuw toilet, wat me ook maar meteen een thema hadden gegeven: The Irish Inn. Dat doek is bedoeld voor de gezelligheid maar ook om een luik voor de leidingen weg te werken. (“Stel je voor dat het toch ooit gaat lekken!”, had ik inmiddels paniekerig bedacht) En dat canvasdoek past precies. Althans, dat was de bedoeling. Ik had het zeker 300 keer ingemeten.
Een luid “Godver!” klonk uit The Irish Inn, toen bleek dat de muur aan 1 kant ietwat naar binnen week. En daardoor paste het prachtige canvas niet meer. Ik was het zat. Er zat veel te veel tegen. Gewapend met beitel en hamer dook ik de wc terug in en kapte een stuk muur weg. Dan maar zo. Het doek hing er nu perfect. En het gat in de muur zit er nog steeds. Past prima bij zo’n Irish Inn. Beetje latex erover en niemand die het ziet.
Uiteraard moest de douchecabine ook een keer getest worden, en die eer liet ik aan Eveline. Een vlugge blik op de vloer liet geen enkele blijk van lekkage zien en ik maakte mij snel uit de voeten. Want stel dat er toch iets mis zou gaan.
Natuurlijk was er iets zo lek als een zeef. De hele badkamer stond onder water. Maar dat was gelukkig maar even. Want het loopt ietwat af en even later drupte al het water door de betonnen vloer, zo de garage in.
De heren installateurs hadden bij de installatie de flexibele afvoer vol geraakt. Gelukkig lekte de chiffon van de wasbak ook heerlijk mee. Dus dat kwam mooi tegelijkertijd. De loodgieter repareerde het geheel en de chiffon lekte nog vrolijk een weekje door. Ik had er een handdoekje onder gelegd. Een handdoekje voor het bloeden. Een symbolische daad. Van mij. Om aan te geven dat het klaar was. Tot hier en niet verder. Dan maar een natte handdoek. Het voelde toch als de handdoek in de ring gooien.
Een week later was de chiffon ineens lekvrij. Ik vond dat logisch. Het huis was opgehouden met dwars doen.
En zo eindigde de zwaarste verbouwing ooit. Bloed, zweet en tranen. Afzien, afgaan en weer opstaan. Doorbikkelen, dwars door alle stress heen. Opgeven is geen optie. Maar de kamer en badkamer zijn af. Het resultaat is fantastisch. En The Irish Inn is wc waar je vol plezier gaat wateren!
De reactie van onze allereerste gasten in deze kamer is memorabel en vergeet ik ook nooit meer: “Hey, wij hadden toch een andere kamer geboekt?!”
Ik wreef over mijn slapen en schudde licht mijn hoofd.
B&B Bo Temps. Geen dag is hetzelfde en het verveelt nooit.