Voor de vierde keer werd hét evenement in Grandmenil georganiseerd: een groot spektakel met militaire voertuigen, reenactors (zeg maar naspeelsoldaten ), militaria markt, rondritten en de verwachting dat er minimaal 15000 man op af zou komen.
Stelt u zich dat voor: in ons dorp, met zo ongeveer 300 inwoners en dan 15000 bezoekers over de vloer. Maanden van te voren waren we er al mee bezig: inplannen van een bezoek van de 96 jarige (!) veteraan Joe Watson (75th infanterie divisie), hulp bieden aan de organisatie door de website up te daten, inplannen van allerlei tourtochten gedurende een week met Amerikanen, inclusief een documentairemaker, en het voorbereiden van onze eigen ceremonie voor de gecrashte B-24 “King Size”.
Ergens in September ging er een gerucht rond dat er in de kerk van Grandmenil een speciale dienst gehouden werd op zondag 15 december, en die zou onze eigen ceremonie voor de B-24 mogelijk doorkruisen. Ik paste snel de tijd aan zodat we ook de dienst zouden kunnen bijwonen, want het was voor het eerst dat een dergelijke dienst tijdens het herdenkingsweekend zou plaatsvinden. Alhoewel ik zeker niet kerkelijk ben, was ik toch hele enthousiast over het plan voor een speciale dienst. De kerk zelf was tijdens de slag letterlijk het middelpunt van het dorp en werd zowel door de Duitse als Amerikaanse troepen gebruikt als uitzichtpunt.
Een paar weken later stond mijn lieve buurvrouw Claudine ineens voor de deur. Claudine, die als heel jong kind het leven bijna had gelaten tijdens de slag om de Ardennen, had een vraag: of wij een echte Amerikaanse vlag hadden die ze tijdens de kerkdienst mochten gebruiken.
Ja, die had ik: ooit gekregen van 551st Parachute Infantry Battalion veteraan Joe Cicchinelli. Niet echt een hele mooie ofzo, maar het feit dat ik hem van Joe had gekregen, maakte het toch speciaal. Tijdens speciale herdenkingen of momenten wapperde de vlag dan ook fier aan de gevel. Er was echter ook een nieuwe vlag onderweg vanuit de US via vrienden John en Janie. En dus beloofde ik Claudine dat ze de vlag mocht gebruiken tijdens de dienst.
Er knaagde echter wel iets: In de hele gemeente waren Amerikaanse vlaggen, vlaggetjes, slingers en prularia te koop omdat het 75 jaar geleden was dat de slag om de Ardennen begonnen was.
Waarom wilde Claudine dan onze vlag lenen?
Afijn, de voorbereidingen verliepen gestaag en weldra was het weekend aangebroken dat honderden oorlogsvoertuigen door het dorp heenreden en naspeel soldaten de straten onveilig maakten. Claudine was op vrijdag de vlag, die John en Janie net daarvoor hadden gebracht, al komen halen zodat die in de kerk kon worden opgehangen.
Op de bewuste zondag liep ik met de Amerikaanse gasten, na de herdenking voor de B-24, naar de kerk en daar bleken we ineens eregasten te zijn die pal achter het gemeentebestuur diende plaats te nemen, wat uiteraard een hele eer was. En daar hing ie dan: de Amerikaanse vlag, opgehangen aan de preekstoel van meneer pastoor. En nog steeds vroeg ik me af wat nou precies zo bijzonder was aan die vlag.
Het was een prachtige en emotionele mis, met schitterende orgelmuziek, kerkkoor en vele verhalen uit de regio van burgers die de slag om de Ardennen hadden meegemaakt.
Na de mis stonden we nog even met Claudine en meneer pastoor te praten, die verbazend goed Engels bleek te spreken. Hij wilde toch even voor de zekerheid weten waar de vlag vandaan kwam. Janie wist hem dat wel te vertellen: ze had hem zelf uit Amerika mee genomen!
De pastoor knikte instemmend: dat het toch maar een echte vlag uit de US was en niet die brol (prularia) uit de winkels met het label “made in China” erop.
Ineens snapte ik het waarom Claudine zo vasthoudend was geweest en ik doneerde terstond mijn nieuw verworven US vlag aan de kerk.