In ons integratieproces als brave Nederlanders in Wallonië zijn we al veel uitdagingen tegengekomen, maar hee alles went als je je echt onderdompelt in het leven hier. Ja ook ’s ochtends alcohol drinken. Ik herkende deze gewoonte van vroeger, als kind op vakantie, dan moesten mijn ouders lachen om oude mannetjes die op zondagochtend na de kerk naar het café gingen voor een goede pint met vrienden. Dat was in Oostenrijk en zeker 100 jaar geleden. Maar hier doen ze dat ook, als je op zondagochtend een markt bezoekt is het meestal drukker op het terras dan bij de marktkraam, waar het gezellig is en onder het genot van een goed glas bier of wijn wordt bijgekletst met vrienden.
Mijn volleybalclub kan vanwege de coronaregels al geruime tijd niet meer spelen, dus onze vaste dinsdagavond kantinesessie na de training is er al een tijd niet meer. We missen elkaar en dus organiseert de een of de ander eens in de zoveel tijd een apéro. Apéro is een bekend begrip in deze contreien. Het komt neer op iets met alcohol drinken met iets te knabbelen erbij in principe voorafgaand aan het diner. Avondeten doen Walen niet om 6 uur, zoals alle brave Nederlanders, maar ergens later op de avond. Als je met vrienden bent kan het best zijn dat je een apéro doet van 6 tot 10 uur en dan pas gaat eten. De maaltijd is dan een soort ‘grande finale’ van een gezellige avond en na het dessert en misschien nog een afzakkertje ga je naar huis. Ik heb inmiddels geleerd dat als ik bij Walen wordt uitgenodigd om te komen eten, dat ik dan niet met een lege maag kom, maar eerst nog gauw een boterhammetje naar binnen prop voordat ik om 6 uur aan de deur sta. Want anders verrek je van de honger tijdens de apéro, eet je alle olijven, kaas, worstjes en nootjes op en heb je geen honger meer als je om half 10 ofzo aan tafel gaat. En je bent dan al dronken, want drinken op een (bijna) nuchtere maag is geen goed idee.
Maar apéro-en kan eigenlijk ook op andere momenten van de dag, ik heb er al meegemaakt om 12 uur ’s middags, om 3 uur, om 4 uur en de afgelopen maanden ook een paar keer om half 8 ’s avonds, buiten bij een vuur en dan heet het braséro. Die van half 8 ’s avonds zijn even wennen geweest, want wij, brave Nederlanders, hebben dan al gegeten en de Walen nog niet, die gaan dan om 9 uur naar huis om te koken (in deze coronatijden dan, want samen binnen zijn mag niet, dus iedereen eet thuis). Ik vertelde dat tegen een volleybalmaatje, dat voor mij de apéro na het eten kwam, hetgeen tot grote hilariteit leidde. Ik legde uit dat wij, brave Nederlanders, om 6 uur eten, om half 9 koffie drinken en dan om een uur of 10 datgene gaan doen wat de Walen een apéro noemen: wijn drinken met een kaasje of een worstje. Later zei mijn volleybalmaatje dat bij hen thuis inmiddels een nieuw begrip is gegroeid: als iemand om 11 uur ’s avonds nog een portje neemt, noemen ze dat een “Apéro à la Eveline”.
En vanmorgen heb ik een nieuwe stap gezet in ons integratieproces: een apéro georganiseerd voor de volleyvrienden bij mij thuis om 11 uur ’s ochtends. En net als de oude mannetjes in Oostenrijk en alle Walen zat ik om 11 uur op zondagochtend aan de alcohol, meer specifiek een glas rosé. De mis in de kerk was notabene nog bezig, godbetere het! Tegen een uur of 1 was er door de club een, voor een zondagochtend dan toch, indrukwekkende hoeveelheid bier en wijn achterover geslagen, waren de hapjes op en ging iedereen weer naar huis. Nooit geweten dat een zondagochtend-apéro zo gezellig kon zijn!